Recensie Asfour door Joannes Maas
Door Joannes Maas, neerlandicus & schrijver
Op 28 februari jl. presenteerde Caro Sicking bij Gianotten-Mutsaers haar derde roman Asfour. Willen de lezers van Leydraden dat weten? Natuurlijk wel. We lezen even een stukje mee.
“Irene en Simone [dit is de hoofdpersoon van het boek] verhuisden naar het dorp – waar iedereen iedereen kent – toen ze tien jaar waren. Ze kwamen in de klas van meester Van der Tak, de eminence grise van de basisschool. Zelfs het hoofd van de school had nog les van hem gehad. Simone en Irene begonnen er vlak nadat de ‘jongensschool’ met de ‘meisjesschool’ gefuseerd was.[…] Voorafgaand aan de fusie waren er heftige bijeenkomsten geweest in het dorpshuis van de conservatieve, rustige gemeente van boeren en middenstanders die zich met elkaar en de grond verbonden voelden. De mensen woonden hier al generaties lang. Ze houden niet van verandering.”
Er komt een nieuwe school, zelfs al is meester van der Tak er tegen. Op de speelplaats en in de klaslokalen worden strepen getrokken om de jongens en de meisjes te scheiden.
“Natuurlijk zat het hele dorp de zondagsdienst bij, waarna de mannen zich verzamelden in café Kerkzicht aan de overkant.
‘Jullie zijn heel rijk, hè?’ vroeg een klasgenootje de eerste schooldag aan Simone. ‘Waarom werkt je moeder dan?’”
Sommige lezers zullen de toponymie herkennen. We zijn in Riel. Het is 1973. In het dorp komen nieuwbouwwijken en mensen uit de stad gaan daar wonen. Werkende moeders (kinderopvang was er nog niet en werd onnodig gevonden) met dochters die niet naar de huishoudschool, maar naar het gymnasium willen. ‘Meisjes hoeven niet te leren’, had de slager nog op de ouderavond geroepen. Het hielp niet meer. Het tij was gekeerd. Er voltrekt zich een kleine revolutie. De school, toen nog zo nieuw, is inmiddels al weer afgebroken.
Maar we blijven niet in Riel. Simone Onslagt inmiddels journalist, wordt door de krant naar Tunesië gestuurd om daar verslag te doen van de Jasmijnrevolutie, die was uitgebroken na de zelfverbranding van groenteverkoper Mohammed Bouazizi, in 2010. Hierna ontstaan er overal in Noord-Afrika en het Midden-Oosten opstanden, die (met uitzondering van Tunesië) in het minst slechte geval weer eindigen in nieuwe dictaturen (verraad is het leidmotief in de roman en in de echte wereld) of in volstrekte chaos zoals in Libië en Syrië.
Simone trekt met taxichauffeur Hichem, gids Marouan en Facebookactiviste Amal langs campagnevoerende politici. Haar begeleiders laten haar het echte Tunesië zien. Dat is de insteek van het boek. Hierdoor krijgt de lezer uitgebreid informatie over de geschiedenis van Tunesië en omringende landen, zoals Palestina en Libië en hun dictatoriale regimes, bestaande uit grote families van kleptocraten die in luxe leven, terwijl de bevolking wordt uitgebuit. De informatie in het boek komt niet alleen via de ‘vertelhoofdstukken’, maar ook geregeld via intermezzi onder de kop Tunileaks. Dit zijn berichten die geschreven zijn door de bode van de Amerikaanse ambassade in Tunis en bestemd voor de regering Obama. Deze uitgelekte berichten en de op internet geplaatste films van de zelfverbrandingen en het politiegeweld tegen demonstranten, zouden mede tot de val van president Ben Ali hebben geleid.
Het boek heeft hierdoor eigenschappen van de historische roman of zelfs van een politiek boek. Ik moest bij deze opzet denken aan boeken van Jef Geeraerts. Naast de politieke lijn is er het fictieve verhaal rond Simone en haar relaties, onder wie een ex-man, een zoon, een ex-minnaar, hele en halve criminelen voorkomen en waarin thema’s als drugshandel, vrouwensmokkel en politieke corruptie worden aangesneden. Een historische roman over verraad die zich ontrolt als thriller, zegt de achterkant. Er vallen doden; politieke moorden en liquidaties in het drugsmilieu. Het boek hopt vaak heen en weer van vroeger naar nu soms binnen één en hetzelfde hoofdstuk en betreedt een aantal zijpaden, zoals de vroege dood van haar tweelingzus, de liefdesperikelen van haar ex-minnaar en de couscousconnectie – een drugslijn via de broer van president Ben Ali. Mede door die Tunileakstukken is de hoofdlijn van de thriller soms wat lastig te volgen. Daar heeft de auteur iets aan gedaan door voor in het boek een overzicht te geven van de optredende karakters en organisaties. Het zijn er meer dan dertig. Het boek kent boeiende en goed ingeleefde passages die dan weer worden afgewisseld met historische uiteenzettingen. Die halen toch een beetje het ritme uit het verhaal.
Caro Sicking heeft met Asfour een indrukwekkend boek geschreven waarin ze diverse historische bronnen verbindt met een fictieve lijn die het de lezer mogelijk maakt zich in te leven in dagelijkse bestaan van de Tunesiërs: het landschap, de uitleg van de Koran, de omgang tussen mannen en vrouwen (ook met zo’n scheidingsstreep als hierboven) en die via de vrouwelijke invalshoek letterlijk een inkijk geeft in de Tunesische keuken en de mentale cultuur.
Terwijl ik dit schrijf, vinden er in Brussel aanslagen plaats, gepleegd door Noordafrikaanse terroristen. Deze jongemannen hebben vaak een crimineel verleden in het drugsmilieu. In Asfour beschrijft Caro Sicking hun afkomst, hun dromen (leven in Europa), het verraad, de mensensmokkel en de drugstrafiek. Krachten die het lot van individuen bepalen en die zich merendeels aan onze invloed onttrekken, tot ze uitbarsten in ongekend geweld. Een zeer actueel boek over een uiterst belangrijk politiek thema in tijden van radicalisering. En daarom ook een zeer moedig boek.
De roman Asfour – Tunesisch voor vogel en een vrijheidssymbool – is een intrigerend werk waarin de geschiedenis van Tunesië is verknoopt met de levensgeschiedenis van Simone. In haar jeugd opgegroeid in Riel en in 2011 gekidnapt in Tunesië. Een belangrijk en onbegrensd boek.
Gepubliceerd in Leydraden, periodiek van de literaire kring Goirle & Leyeloren blog
11 april 2016
Categories:
Recensies